In een tijd van economische crisis voor veel Europeanen zal Oekraïne de komende vier jaar tientallen miljarden extra ontvangen.
De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, spreekt tijdens een persconferentie na een vergadering van het college van commissarissen op het hoofdkantoor van de EU in Brussel, dinsdag 20 juni 2023. (AP Photo/Virginia Mayo)
De Europese Commissie stelt voor, dat de EU-lidstaten de komende vier jaar in totaal 50 miljard euro aan subsidies en leningen verstrekken aan Oekraïne om het land weer op te bouwen, zei Commissievoorzitter Ursula von der Leyen dinsdag.
“Bovenal zal de vorming van de reserve onze partners in Oekraïne voorspelbaarheid bieden, andere donoren aanmoedigen en ons in staat stellen onze financiële steun te berekenen, op basis van de situatie ter plaatse, want we weten allemaal dat een oorlog vereist dat we zo flexibel mogelijk zijn,” zei von der Leyen.
De roep om tientallen miljarden aan hulp voor Oekraïne, komt op hetzelfde moment dat de EU miljarden aan hulp voor EU-lidstaten Hongarije en Polen heeft bevroren, vanwege zogenaamde rechtsstaatproblemen.
Oekraïne heeft buitengewoon veel hulp ontvangen, waarvan een aanzienlijk deel is teruggesluisd naar internationale investeringsgiganten als J.P. Morgan en BlackRock, wapenfabrikanten en zelfs corrupte ambtenaren in Oekraïne.
De enorme geldstromen naar Oekraïne komen ook op een moment, dat de Europeanen te maken hebben met hoge inflatie, toenemende armoede, hogere rentetarieven en extreem hoge huizenprijzen, die de meeste gezinnen uit de markt hebben geprijsd.
Tijdens een persconferentie over de herziening van het meerjarig financieel kader, kondigde von der Leyen ook aan dat de EU voorstelt 15 miljard euro uit te trekken voor migratiebeheer. Ze benadrukte dat het geld zal worden gebruikt, om de samenwerking aan de buitengrenzen van de EU en met landen buiten de EU te versterken, om vluchtelingen in buurlanden te helpen.
De voorzitter van de commissie zei ook, dat de EU 160 miljard euro meer moet investeren om haar technologische concurrentievermogen te versterken. Ze voegde eraan toe dat de commissie een handelsbarrière zal opwerpen tegen niet-EU-landen en zich zou richten op “een beperkt en smal scala aan hightech” om haar eigen concurrentievermogen te behouden.
“Globalisering en een open economie zijn economisch goed voor Europa, maar de wereld wordt steeds geopolitieker en er is een beperkt aantal sleuteltechnologieën die agressief kunnen worden gebruikt. Daarom is de kwestie van economische veiligheid een prioriteit geworden voor ons en voor veel van onze partners,” benadrukte ze.